Arco Mandemaker studeerde hoofdvak zang aan het Rotterdams Conservatorium bij Sylvia Schlüter en Maarten Koningsberger en hoofdvak koordirectie bij Barend Schuurman. Daarnaast nam hij deel aan masterclasses van onder anderen Barbara Bonney, Carolyn Watkinson, Margreet Honig en Ian Bostridge. Na zijn zangstudie werd hij gecoacht door Jard van Nes en specialiseerde hij zich in de barokke uitvoeringspraktijk bij Howard Crook.

Arco ontwikkelde zich tot een veelzijdig zanger met een repertoire dat alle stijlperioden omvat. Zijn grote affiniteit met het oratoriumgenre vond een weg in de vele solistische bijdragen die hij tot op heden bij veel Nederlandse Oratoriumverenigingen, Toonkunstkoren, kamerkoren en vocaal-ensembles verzorgt. Zo trad hij als solist onder meer op in de Weihnachtshistorie van Schütz, de oratoria van Händel, Honegger en Mendelssohn-Bartholdy, het Requiem van Mozart, de Negende Symfonie van Beethoven, de Petite Messe Solennelle van Rossini, de Messa di Gloria van Puccini en het Requiem van Verdi. Van Bach staan naast diens cantates, het Weihnachtsoratorium en de Hohe Messe, ook de evangelist en aria’s uit de Johannes- en Matthäus-Passion op zijn repertoire.

Binnen het genre van de kamermuziek verzorgde Arco vele Oude Muziek recitals en was hij regelmatig te horen in het klassieke, romantische en hedendaagse liedrepertoire.

Naast zijn solistische werkzaamheden is Arco als freelancer actief bij diverse professionele Nederlandse ensembles.